Kurkeiken groeien voornamelijk rond de Middellandse Zee en een klein gedeelte in Noord Afrika. Een kurkeik kan wel 150 tot 200 jaar oud worden. De kurkeik komt uit de napjesdragersfamilie (Fagaceae) beter bekend als de beukenfamilie. De boom heeft een grillige vorm met kronkelende takken. Het blad is donkergrijs groen en behaard aan de onderzijde en heeft daardoor een bleke groene kleur.
De kurkschors is ruw en grijs en bestaat uit heel veel cellen, 1cm3 bevat 40 miljoen cellen. Deze beschermen de boom tegen hitte en uitdroging. Bij brand beschermt de kurkschors de stam tegen brand en kan de kurkeik later gewoon weer groeien. Ook werken kurkbossen brandvertragend zodat de brand zich in droge, warme gebieden zich minder snel verspreidt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Eucalyptus bomen.
Kurkeiken zijn winterhard tot wel -20C, zelfs winter harder dan olijfbomen en kunnen daardoor ook in Nederland groeien. Is de winter zacht dan blijft het blad mooi donker grijsgroen. In een strenge winter kan het blad bruin kleuren en afvallen. Net als bij andere bomen loopt de kurkeik in de winter weer uit.
Het zijn bijzonder mooie kuipplanten maar kunnen ook in de vast grond groeien. Kurkeiken zijn minder bekend dan olijfbomen maar net zo mooi. Wij vinden ze natuurlijk nog mooier.